Trone sonnet
Sneeuw is wit,
zwart is zwart.
De zon is heet,
nul Kelvin is koud.
Water is nat,
ik ben droog.
Gisteren werd vandaag,
vandaag wordt morgen.
Alles is teveel,
niets is te weinig.
Iets is niets van alles.
Wij gaan naar oneindigheid,
nul komt nooit meer voor.