Sounds good… a driver with a job; like a man with a plan. Or it triggers images of a scene where some masked people enter a bank quite viciously and this man is waiting in the car…
Anyway, Novell Designer 3.6.1. Beautiful product, could write another post about giving it all praise. In this instance of the writing, I’ll stick to the title: when you deploy a driver in which a job is configured, Designer will hang crash fault, about halfway the deployment phase. You can wait for it to get through, heck, we even took lunch. Still no go. It is a bug. At least on our systems (Designer 3.6.1 on Windows 7, Novell Identity Manager on SLES 11).
Solution, or rather, workaround: do you thing with iManager. Either run it from the server if you’ve installed it there, or install it on your Windows machine as a stand-alone app. There was some weirdness there also (had to tweak the .bat file in order to stop it from installing NCIS every time you start iManager), but I got it up. Well, in iManager you can do pretty much the same as in Designer, only a bit differently. So: I deployed my driver without any jobs in it. With iManager, I went to the driver, clicked on the “Jobs” tab, clicked “New…”, and configured the job there. After creation, it’s still ticked, you can click “Get status”, and you can “Grant rights” if it says so. Now it’s ready to run.
In some instances, you can tick the job and run it from iManager. Most of the time though, you’re not that lucky, resulting in iManager hanging, crashing or faulting, resulting in you having to stop and start ndsd (which can take a really long time). To keep it safe, I just trigger the job with a “dxcmd” from the shell. That’s something like:
And I may be a sinner but I’ll do it right
‘Cause the good and the bad they do not fight
It’s a match made in heaven ’cause they are the same
There is no good no bad, there is only game
Which we play with joy and serenity
If we can find our heart and our dignity
It’s a match made in heaven ’cause they are the same
The good and the bad, they are not to blame
It’s the person who places value in
The concept of duality, like a sin
And his kin is judged and percieved outside
himself, and all the while that is what it’s all about
There is me, there is you, no that isn’t true
There is one, so that means that I is you
So the I that I are, is reflected by
The millions of people that are I
And this concept is making me spin my mind
Which is needed for me to treat I kind
I will start loving I in every sense
Which means every thing and every person hence
In this beautiful place that we call earth
It’s my heaven and my playground and my place of birth
I really feel connected in a deeper way
Now that I know that I created to stay
Ik kan m’n grenzen zien, ze doen zo pijn
Ik kan m’n liefde voelen, dat is fijn
Ik zie de gaten in mijn dijk, geplakt
De meesten houden nog, maar zijn verzwakt
Ik loop er over heen, ik hou mij sterk
Ik speel mooi weer, och ja, het lijkt net werk
Durf ik het aan om naar mijzelf te kijken?
Ben ik het waard, ’t zal wel niet, zal blijken
Ik denk nee, maar ik zeg ja, alweer
Zelfs nu ik weet hoe pijnlijk en hoe zeer
Het is als ik over mij heen laat lopen
Ik voel het echt, ik ben mij aan het slopen
Hoe kom ik hier toch uit
Is het goed als ik besluit
Om voor mij op te komen
Durf ik wel echt te dromen
Durf ik wel echt te falen
Successen te behalen
Weet ik wel hoe fijn
Het is om mij te zijn
Zou het nou echt mogen
Om in mijn kracht te komen?
Waar ben ik al die tijd toch geweest?
Ik hoor een vraag en voel wat ik moet doen
Zal ik de ander schaden wringt de schoen
Ik zeg hem nee en zet uiteen waarom
Het is voor mij, niet tegen hem, daarom
Ik hou het bij mezelf
En merk dat ik de helft
Van alles dat ik zie en voel
Hoor, zeg, en bedoel
Hiervoor nooit had bemerkt
Laat staan er mee gewerkt
Is mijn grens bewaken
Grote stappen maken?
Waar ben ik al die tijd toch geweest?
Ik snap steeds beter wij zijn allen één
En van mij houd ik het allermeest
Ik doe dit soms bewust maar meestal on
Geboren uit m’n ouders waar het allemaal begon
De opvoeding die erbij hoort is een grote bron
Ik probeerde m’n jeugd te leven, zo goed als ik kon
De voorbeelden die ik ken doe ik na in kanon
Vanzelf stuit je op liefde, zoet als een bonbon
Om de hoek vind je haat, zo hard als beton
Ik weet nu, in het levensspel ben ik slechts een pion
Je laten meesleuren in deze woeste rivier is een mogelijkheid
Het is zeer verleidelijk maar niet waarvoor ik plijt
Wees jezelf, alom gehoord maar ook waarvoor ik strijd
Maar jezelf zijn is toch echt veel moeilijker dan het lijkt
En wees nou eerlijk, zeg eens zelf, ben je er op voorbereid?
In twintig jaar tijd is je panser wijd verbreid en in vele lagen verspreid
Kijk eens diep in je hart en kan je dan zeggen dat jij degene bent die rijdt?
Wil je het echt, doe het dan rustig en met recht
en pel jezelf laag voor laag tot je helemaal bent bevrijd
Wie kom je tegen op deze innerlijke reis?
Blijk je een koning te zijn, die woont in een paleis?
Ben je een schoffie, en in staat tot grote daden?
Of een gewone vrouw of man, die zich in onschuld wilde baden?
Waar is jou kracht, en waar vind je het bewijs?
Of blijkt dat niet nodig als je door dringt tot de bron van de eis?
Hoe hoog brand het vuur in je, of staat het op nul graden?
Waar is je lef nu je bewust bent van wat je dacht te raden?
Maar wat nu blijkt is je passie en je levensspijs?
Kan je nog verder onwetendheid spelen, of stap je uit je lijst?
Hoe weet je dat een pad een pad is als je het pad niet kan zien?
Lopend over de sneeuw, en in het donker, valt het me op dat mijn hersenen ingesteld staan op visuele scheiding van elementen van de weg. Alles is wit, en met een dik pak daarvan. Het aanzicht van de grond en wat wij daar op gebouwd hebben, is glad gestreken. In gecurvde witheid. Geen duidelijke afscheidingen meer. Waar stop het pad en start het grasveld. Waar stop de weg en start de stoeprand.
Als je je niet bewust bent van je gedachten en acties, hoe weet je dan dat dat wat je aan het doen bent, echt is wat je doen wilt? Als je gedachten en acties als een dik pak sneeuw over je intenties en hoogste ideeen liggen, hoe weet je dan dat je je op het juiste pad begeeft. Of dat je niet toevallig dwars door de sloot loopt. Of feitelijk als een kip zonder kop, als een actie zonder aandacht, elk intern pad haaks doorkruist.
Werkt de wereld je tegen, kan het allemaal beter, wil je nou eindelijk eens gaan sporten maar het komt er steeds niet van, hebben zij het toch altijd beter, is dat briljante idee nog niet uitgevoerd, je kan er allemaal toch niets van? Onzin! Het is tijd om de bezem te pakken. Nee, laat maar zitten: pak de sneeuwschuiver. Dat wil zeggen… neem eens een wandeling over een klein paadje — je moet ergens beginnen. Ga op dat stoeltje zitten, en observeer wat de sneeuw is. Zie het vallen, zie het liggen, zie het integreren in het pak dat er al ligt. Neem het op. Knijp er een sneeuwbal van, gooi het tegen een boom, en ervaar de losse kristallen die dan alle kanten op vliegen.
De sneeuw is mooi, er is veel te ontdekken. Helemaal als je op het pad bent aanbeland. Durf je leven te leven.
Waar ben je als je temidden van kerstversiering staat
In een winkel die alleen over winst maken gaat
In een tijd die over liefde en aandacht zou kunnen gaan
Is het toch het financieel belang dat op eigen benen is gaan staan
Onverwacht en ergens ongewenst,
toch op doorreis heen gegaan.
Ik voel m’n ogen, de steek
van gemis is me niet ontgaan
Voorlopig zwaaien we hem uit,
vanuit ons hart, nog ontdaan.
Ik neem nog heel even, en eer
hem met een lach en een traan.
als ik afdaal naar mijn wortels zie ik ze stevig in de grond staan
in de spiegel die er tussen staat kijk ik mij rustig aan
ik zie herkenning, maar kan deze niet bevatten
als ik het niet weet, waar ben ik mij voor aan het afmatten?
is dit wel mijn boom, vraag ik me nu af
zal ik weg rennen? herkenbaar en laf
ik wil zien, ervaren; ik ben hier niet gekomen voor veiligheid
ik kom niet naar hier om weer weg te snellen naar schijnheiligheid
mijn voeten floreren, en schieten in de grond
mijn handen hangen, en grijpen de boom
mijn visie varieert, maar focust terstond
mijn oren ontsluiten, en horen de droom
mijn hart slaat hevig, gegrond in het rond
ik adem energie, accepteer en wordt sloom
mijn derde oog neemt een kijkje en start de lont
het vuurtje brand en ik kom op stoom
nogmaals kijk ik mijzelf rustig aan
ik voel mijn wortels overduidelijk staan
ik voel hun oorsprong maar vertaal het nog niet
ik weet dat ik zal weten en geniet